Bij het opmaken van je financieel plan komt meestal één belangrijke vraag naar boven : hoeveel moet ik investeren om financieel onafhankelijk te worden?
Om deze vraag te beantwoorden verwijs ik naar onderzoek uit het verleden.
Trinity Study
In 1998 hebben drie Amerikaanse professoren van de Trinity universiteit wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het jaarlijks onttrekken van gelden uit vermogen(1).
In dit onderzoek werd het effect van opnamepercentages op de waarde van de portefeuille gemeten aan de hand van de volgende benadering :
- jaarlijkse opnames uit het vermogen tussen 3% en 12%.
 - een portefeuille bestaande uit aandelen (S&P500-index) en langlopende hoogwaardige bedrijfsobligaties met als referentieperiode tussen 1926 en 1995.
 - de onderzochte vermogensallocaties zijn 100% aandelen ; 75% aandelen/25% obligaties ; 50% aandelen/50% obligaties ; 25% aandelen/75% obligaties ; 100% obligaties.
 - uitbetalingsperiode van 15 jaar, 20 jaar, 25 jaar en 30 jaar.
 - er werd geen rekening gehouden met taksen en kosten.
 
De studie heeft als doel om een duurzaam opnamepercentage (percentage van de oorspronkelijke waarde van de portefeuille) te berekenen waarbij de portefeuille niet uitgeput raakt ondanks de jaarlijkse opnames.
Resultaten van de Trinity Study
Figuur 1 geeft een overzicht weer van de slaagpercentages voor de verschillende vermogensallocaties en uitbetalingsperiodes op de verticale as en de opnamepercentages op de horizontale as.
Hierbij is rekening gehouden met inflatie. Concreet wil dit zeggen dat het bedrag van opname in het eerste jaar (basisbedrag) berekend wordt op basis van het duurzaam opnamepercentage, voor de volgende uitbetalingsperiodes wordt dit basisbedrag verhoogd met de inflatie.
Bijvoorbeeld : een beleggingsportefeuille van 500.000 euro , met opnamepercentage van 4% en inflatie van 2% :
- opname 1e jaar : 20.000 euro (500.000 euro x 4%)
 - opname 2e jaar : 20.400 euro (20.000 euro verhoogd met 2% inflatie)
 - opname 3e jaar : 20.808 euro (20.400 euro verhoogd met 2% inflatie)
 

Hoe lees je deze tabel? De professoren hebben onderzocht of de portefeuille al dan niet uitgeput raakt voor alle mogelijke uitbetalingsperiodes (15 jaar, 20 jaar, 25 jaar en 30 jaar) in de periode tussen 1926 en 1995.
De eerste vermelding in de tabel geeft aan dat portefeuilles met 100% aandelen niet uitgeput raakten in 100% van alle 15-jarige periodes. In deze 15-jarige periodes werden jaarlijkse opnames gedaan op basis van een initiële opname van 3% van de waarde van de portefeuille.
We kunnen ook aflezen dat een 100% aandelenportefeuille in 95% van alle 30-jarige perioden niet uitgeput raakte bij jaarlijkse opnames op basis van een initiële opname van 4% van de portefeuille.
Welke conclusies kunnen we uit dit onderzoek trekken?
Uit de Trinity Study kunnen we enkele conclusies trekken :
- wanneer we gebruik maken van een duurzaam opnamepercentage van 3% is de kans op falen uiterst klein.
 - wanneer we gebruik maken van een duurzaam opnamepercentage van 4% is de kans op falen klein zolang we minimum 50% aandelen aanhouden, bij voorkeur 75% aandelen en 25% obligaties.
 - voor hogere opnamepercentages is de slaagkans hoger voor kortere uitbetalingsperiodes dan voor langere uitbetalingsperiodes.
 
De professoren geven ook nog mee dat vroeggepensioneerden die lange(re) uitbetalingsperiodes verwachten, rekening moeten houden met lagere opnamepercentages.
Hoeveel moet ik investeren voor financiële onafhankelijkheid?
Deze berekening is uiteraard voor iedereen anders.
Je start met het berekenen van je jaaruitgaven, dit kan je doen door een budget op te maken. Let op : vergeet niet om inflatie in rekening te brengen voor je jaaruitgaven. Je jaaruitgaven van vandaag zijn niet dezelfde als je uitgaven in de toekomst. Een inflatie van 2% wil zeggen dat een product dat dit jaar 100 euro kost, volgend jaar 102 euro zal kosten.
Daarna bepaal je welk opnamepercentage je wil nastreven, je kan hier bijvoorbeeld 4% nemen.  Indien je conservatiever te werk wil gaan, kan je bijvoorbeeld een opnamepercentage tussen 3% en 4% kiezen.
Ik zal je een voorbeeld laten zien
Stel, je wil 35.000 euro per jaar onttrekken uit je vermogen voor een periode van 25 jaar.
- Wanneer je voor een opnamepercentage van 4% kiest, dien je bij de start van de onttrekkingen een belegd vermogen op te bouwen van 35.000 euro x 25 = 875.000 euro.
 - Wanneer je voor een wat conservatiever opnamepercentage van 3% kiest, dien je bij de start van de onttrekkingen een belegd vermogen op te bouwen van 35.000 euro x 33,3 = 1.165.500 euro.
 
Stel dat je zuiniger gaat leven en maar 25.000 euro per jaar dient te onttrekken uit je vermogen voor een periode van 25 jaar.
- Wanneer je voor een opnamepercentage van 4% kiest, dien je bij de start van de onttrekkingen een belegd vermogen op te bouwen van 25.000 euro x 25 = 625.000 euro.
 - Wanneer je voor een wat conservatiever opnamepercentage van 3% kiest, dien je bij de start van de onttrekkingen een belegd vermogen op te bouwen van 25.000 euro x 33,3 = 832.500 euro.
 
Door zuiniger te leven in de aanloop naar financiële onafhankelijkheid en daardoor je jaaruitgaven te verlagen brengt dit 2 voordelen met zich mee : je kan 10.000 euro per jaar (meer) investeren en hebt veel minder vermogen nodig om financieel onafhankelijk te worden !
Deze info is alleen voor informatieve, educatieve en entertainment doeleinden. Deze info is ook geen financieel, boekhoudkundig of juridisch advies. Gelieve uw eigen onderzoek te doen (disclaimer).
Bronnen :
(1) Philip L. Cooley, Carl M. Hubbard en Daniel T. Walz. (1998, 1 februari). Retirement Savings: Choosing a Withdrawal Rate That Is Sustainable. https://www.aaii.com/files/pdf/6794_retirement-savings-choosing-a-withdrawal-rate-that-is-sustainable.pdf.

Pingback: Een goede mindset op weg naar financiële onafhankelijkheid